Op vrijdag 6 september 2019 staat het Nederlands elftal tegenover het team van onze oosterburen, in het kader van de kwalificatie voor het EK 2020. Eerder in de kwalificatie waren de Duitsers met 2-3 te sterk door een doelpunt in de absolute slotfase. Nu mogen de mannen van bondscoach Ronald Koeman voor revanche zorgen. In dit artikel kijken we terug naar de laatste tien onderlinge ontmoetingen.
In totaal speelden de twee landen zelfs al drieënveertig keer tegen elkaar. Hiervan won Duitsland zestien wedstrijden en even zo vaak werd het gelijk. Elfmaal stapte Oranje als winnaar van het veld. Het doelsaldo is uiteindelijk 82-70 in het voordeel van Duitsland. Hier zaten belangrijke wedstrijden tussen, zoals de WK-finale in 1974 (1-2 voor de Duitsers) en de halve finale van het EK 1988 (1-2 voor Nederland).
Hoe verliepen de laatste tien onderlinge wedstrijden?
Voor de laatste tien onderlinge wedstrijden moeten we eerst terug naar 23 februari 2000, toen Nederland met 2-1 won van Duitsland. Hierna won Nederland nogmaals (1-3 in 2002), waarna het tweemaal gelijk werd (1-1 op het EK 2004 en 2-2 in 2005). Duitsland won in 2011 met 3-0 en op het EK 2012 met 1-2, waarna het later in dat laatste jaar 0-0 werd. In de Nations League won Nederland met 3-0, waarna het 2-2 werd. De laatste wedstrijd was zogezegd afgelopen maart, toen Duitsland met 2-3 te sterk was.
Tellen we al deze wedstrijden bij elkaar op, dan won Duitsland driemaal en Nederland vier keer. De andere vier wedstrijden eindigden in een gelijkspel. Het doelsaldo over deze reeks wedstrijden is met 16-15 licht in het voordeel van Nederland. Zodoende geven deze tien wedstrijden een positief beeld voor de toekomst voor Nederland. Maar onthoud: in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Wat voor wedstrijden werden er gespeeld?
Er zijn diverse verschillen tussen de tien edities van Duitsland – Nederland die gespeeld werden in deze periode. Zo ging het in vijf van de tien gevallen om een oefeninterland. Van de andere vijf waren er twee tijdens een eindronde van het EK (in 2004 en 2012), twee in de Nations League en de laatste was in de huidige kwalificatiereeks, voor het EK 2020. Van de vijf officiële interlands won Nederland er één, waarnaast het tweemaal gelijk werd en Duitsland twee keer won.
Deze tien wedstrijden werden niet allemaal op dezelfde locatie gespeeld. Vier wedstrijden waren in Amsterdam, twee in Gelsenkirchen en één in zowel Porto, Rotterdam, Hamburg als Charkov. De wedstrijden in Porto en Charkov waren de EK-wedstrijden. In Nederland won de thuisploeg tweemaal, terwijl het driemaal gelijk eindigde en Duitsland één keer won. Die ploeg won eenmaal in eigen huis, terwijl het ook eenmaal gelijk werd en Nederland eenmaal won in Duitsland.
Welke statistieken kun je bij het wedden gebruiken?
Opvallend is het dus te kijken naar zaken die je kunt gebruiken wanneer je van plan bent te gaan wedden op deze EK-kwalificatiewedstrijd. Zo vielen in de tien interlands in totaal eenendertig doelpunten, wat zorgt voor een gemiddelde van 3,1 per wedstrijd. In totaal kwam het acht van de tien keer voor dat er meer dan 2,5 goals te noteren waren bij Duitsland – Nederland. In de andere twee gevallen werd het respectievelijk 1-1 en 0-0.
Er vielen dus veel doelpunten, maar werd er ook vaak door beide teams gescoord? Gemiddeld werd het 1,6-1,5 voor Nederland, maar niet in alle gevallen wisten beide teams minimaal een doelpunt te maken. De voorspelling ‘beide teams scoren’ was in deze tien wedstrijden zevenmaal een juiste geweest. In de andere drie gevallen (3-0 voor Duitsland, 0-0 en 3-0 voor Nederland) wist minimaal één van de landen de nul te houden.
Van de spelers die in deze tien wedstrijden wisten te scoren, is het qua verwachtingen voor de Duitsland – Nederland van vrijdag alleen interessant om naar de laatste drie interlands te kijken. In de zeven wedstrijden daarvoor scoorden spelers die nu niet meer actief zijn of niet in de selectie zijn opgenomen. Virgil van Dijk, Memphis Depay (beiden tweemaal), Georginio Wijnaldum, Quincy Promes en Mathijs de Ligt scoorden voor Nederland in deze drie wedstrijden. Duitsland zag Leroy Sané (twee keer), Timo Werner, Serge Gnabry en Nico Schulz tot een doelpunt komen.
Vrijdag staan de twee teams in Hamburg tegenover elkaar. De halve finale in 1988 werd ook in die stad afgewerkt en Nederland won destijds met 1-2. Ook op 15 november 2011 werd het duel Duitsland – Nederland gespeeld in Hamburg en destijds was Duitsland liefst met 3-0 te sterk, door doelpunten van Thomas Müller, Miroslav Klose en Mesut Özil.
De laatste keer dat de wedstrijd Duitsland – Nederland gespeeld werd in een kwalificatiereeks voor een eindtoernooi, EK of WK, was in 1988 en 1989. Na het EK 1988 werden de landen aan elkaar gekoppeld om zich proberen te kwalificeren voor het WK 1990. In München werd met 0-0 gelijkgespeeld en later deelden de ploegen ook de punten in Rotterdam: 1-1 door goals van Karl-Heinz Riedle en Marco van Basten.
Een opvallende statistiek is wel dat Duitsland in de laatste zeven thuiswedstrijden tegen Nederland minimaal één keer tot scoren wist te komen. Nederland lukte dat in zes van deze zeven wedstrijden. Zodoende komen in Duitsland vaak beide teams tot een doelpunt.
