De Eerste Kamer moet gaan stemmen over het wetsvoorstel Kansspelen op Afstand (KOA). Dit wetsvoorstel, 27 A4’tjes lang, moet de Nederlandse wetgeving op het gebied van wedden moderniseren, wat hard nodig is. Ruim twee jaar geleden stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel, maar hoe is het er nu mee?
Op 7 juli 2016 stemden VVD, PvdA, PVV, D66, GroenLinks en de onafhankelijke fracties Kuzu/Özturk, Bontes/Van Klaveren, Van Vliet, Klein en Houwers voor het wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Slechts de fracties van CDA, SP, ChristenUnie, SGP, PvdD en 50PLUS waren tegen. De uiteindelijke score: 111 stemmen voor en 39 tegen.
Nadat, voornamelijk door de tegenstanders van de nieuwe wet, nog veel amendementen werden afgedwongen bij voorstanders, lag er een compleet wetsvoorstel klaar met zoals eerder vermeld 27 A4’tjes aan onderbouwing en details. Inmiddels ligt het gehele document bij de Eerste Kamer, die het als laatste moet goedkeuren voordat het officiële wetgeving kan worden. Op 30 oktober 2018 bracht de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid een verslag uit en het wacht op de nota naar aanleiding van dit verslag. Hierna kan de Eerste Kamer het gaan behandelen.
Waarom komt er een nieuwe wet?
Dit nieuwe wetsvoorstel was hard nodig, aangezien in de huidige Wet op de Kansspelen met geen enkel woord wordt gerept over internet. Letterlijk, want de woorden ‘online’ en ‘internet’ komen gewoonweg niet in de wet voor. Deze wet komt dan ook uit 1964, wat het logisch maakt dat online wedden er niet in voorkomt.
Officieel is online wedden alleen toegestaan bij Toto, dat eigendom is van de Nederlandse Loterij en zodoende van de Nederlandse overheid. Via andere websites is het volgens de wet niet toegestaan om te wedden. Naar schatting zijn er toch zo’n 1 miljoen Nederlanders die bij diverse online bookmakers hun weddenschappen afsluiten of poker-, bingo- of casinospellen spelen.
Hoe is het in de rest van Europa?
In een groot gedeelte van de Europese Unie is online wedden en gokken al gelegaliseerd en gereguleerd. Nederland is op dat gebied een van de laatste landen om deze stap te zetten. De kansspelbranche hoopt al een tijd dat deze wet van toepassing gaat worden, omdat het volgens hen voor beide partijen beter is.
Daar is niet iedereen het mee eens. Lord Chadlington, lid van het Engelse House of Lords, is er groot tegenstander van: “Doe het niet. Het richt onomkeerbare schade aan, vooral bij jonge mensen”, vertelde hij aan EenVandaag. Een groot verschil tussen de Engelse wet en het wetsvoorstel Kansspelen op Afstand is dat bij ons wedkantoren verplicht zijn een bijdrage te leveren aan een verslavingsfonds. In Engeland bestaat die bijdrage ook, maar daar is het vrijwillig.
EenVandaag spreekt echter ook een voorstander: Arne Nilis, zoon van voormalig voetballer Luc Nilis en zelf ook oud-profvoetballer en problematisch gokker. “Ik ben een voorstander van het legaliseren”, stelt hij. “Het klinkt misschien gek, maar het is goed als de staat zoiets in handen heeft.” België zou pas te laat hebben gekeken naar de gevaren van wedden, waar het Nederlandse wetsvoorstel dit al heeft gedaan.
Wat houdt de wet in?
Wat houdt het wetsvoorstel precies in? Online wedden wordt dus mogelijk gemaakt. Hierbij moeten aanbieders een aanvraag doen voor een licentie en hierop worden zij gecontroleerd door de Kansspelautoriteit. Gokken is legaal vanaf 18 jaar. Hierbij moeten consumenten zich aanmelden op de website van een bookmaker of casino met onder meer vermelding van hun burgerservicenummer.
Voor het spelen moeten zij een spellimiet aangeven in hun account. Daarna moeten de wedkantoren hun consumenten beschermen tegen verslaving en waar mogelijk begeleiden naar hulpverlening. Hiervoor moeten ze ook genoeg informatie bieden over de mogelijke risico’s van kansspelen. Er wordt ook een verslavingsfonds opgericht en alle bedrijven met een licentie moeten hier een bijdrage aan leveren.
De Kansspelautoriteit monitort of de wedkantoren en casinosites zich aan al deze regels houden en is bevoegd om sancties op te leggen wanneer een bedrijf zich niet aan de regels houdt. Ten slotte kunnen consumenten zichzelf uitsluiten van gokken door zich in te schrijven in het CRUKS (Centraal Register Uitsluiting Kansspelen). Waar mogelijk, kunnen zij ook gedwongen worden deze stap te zetten.
Welke aanpassingen zijn er gedaan in de wet?
Op het initiële voorstel van de regeringspartijen VVD en PvdA zijn nog veel aanpassingen gekomen. Zo kwam de ChristenUnie met een verbod op gokprogramma’s op een open televisieprogrammakanaal. Ook werd het op voorstel van de SP niet toegestaan voor aanbieders om een database bij te houden met persoonsgegevens met het oogmerk om reclame voor wedkantoren te versturen.
Door een amendement op verzoek van de VVD en PvdA moeten vergunningshouders verdachte gokpatronen melden bij de Kansspelautoriteit, om matchfixing tegen te kunnen gaan. Diezelfde partijen regelden eveneens een verbod op weddenschappen op ‘risicovolle sportweddenschappen’, zoals bij amateurwedstrijden, op rode kaarten of penalty’s of wie de eerste inworp van een wedstrijd krijgt. Ook kunnen illegale aanbieders uitgesloten worden met DNS- en IP-blokkades, door een amendementsvoorstel van D66.
Een voorstel dat het niet heeft gehaald, is bijvoorbeeld om de grens vanaf waar kansspelbelasting moet worden betaald te verhogen van 449 naar 900 euro. Ook het verbod op reclame voor kansspelen tussen 6.00 uur en 21.00 uur op publieke en commerciële media haalde het niet. Ook mogen aanbieders weddenschappen blijven aanbieden voor sportverenigingen of sporters die zij zelf sponsoren. Ten slotte wilde de ChristenUnie de minimumleeftijd voor wedden verhogen van 18 naar 21 jaar, maar ook dat gaat niet door.
Waarom duurt het zo lang voor de wet definitief wordt?
Het duurt inmiddels al twee jaar sinds het wetsvoorstel geaccepteerd werd door de Tweede Kamer, maar het is nog geen definitieve wetgeving. Een mogelijke reden daarvoor zou zijn dat de ChristenUnie en het CDA inmiddels in de regering zitten. Deze partijen stemden in 2016, een jaar voor de Tweede Kamerverkiezingen, nog tegen het voorstel en zagen de huidige coalitiepartners VVD en D66 voor stemmen, waarmee het werd aangenomen.
Vooral de ChristenUnie is fel tegenstander van gokken en daarmee ook van deze verruiming in de wetgeving. Zo stelde Gert-Jan Segers, sinds 2015 fractievoorzitter, in 2012 al tegen een reguleren van online gokken te zijn. Hij schreef: “De ChristenUnie-fractie vindt dat met het reguleren van online gokken een grote gok wordt genomen nu het aantal online gokverslaafden enorm groeit.”
Ook ChristenUnie-collega’s André Rouvoet (2006), Arie Slob (2011) en Carola Schouten (2016) lieten eerder weten sterk tegen online wedden te zijn. Nu de partijen die in 2016 voorstemden nog steeds een meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer hebben, lijken de christelijke partijen toch achter het net te vissen, al is het nog onduidelijk wanneer de nieuwe wet definitief van kracht wordt.