Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming heeft aangegeven dat de Kansspelautoriteit niet gaat optreden tegen courtsiding in het tennis. Dit liet hij weten per brief aan de Tweede Kamer, waarin hij antwoord gaf op PvdA-kamerlid Attje Kuiken, die vragen had gesteld over dit fenomeen.
Aanpak
Courtsiding houdt in dat er langs de kant van het speelveld iemand staat die informatie verzameld en zo snel mogelijk doorgeeft aan wedders en wedkantoren. Volgens Dekker kwam het vooral ‘in de jaren 2012 tot 2016 veelal voorin in het internationale tenniscircuit’. “Tennisbonden en wedstrijdorganisatoren zien courtsiding als een bedreiging van de integriteit van het tennis en treden actief op tegen courtsiders”, schrijft Dekker.
“Deze aanpak werkt en daarmee is de problematiek afgenomen. Inmiddels komt courtsiding voornamelijk nog voor bij wedstrijden op lagere niveaus en met minder toezicht”, vervolgt hij. Ook in ons land komt dit fenomeen voor. “Na enkele recente meldingen van courtsiders in Nederland is ook op toernooien in Nederland de aanpak aangescherpt.”
Onderzoek
De aanpak van de diverse instanties is succesvol, constateert Dekker. “Gezien de internationale afname van de problematiek en het feit dat de aanpak van tennisorganisaties werkt, is er op dit moment geen aanleiding om onderzoek te doen naar de aard en omvang van courtsiding.”
Aangezien de Kansspelautoriteit gaat over het toepassen van de kansspelregelgeving en courtsiding daar geen overtreding van is, gaat de waakhond niet ingrijpen. “Er zijn ook geen concrete aanwijzingen bij de Kansspelautoriteit dat courtsiders het aanbod van illegale kansspelen faciliteren”, verklaart de minister.