Vorige maand deed de Eerste Kamer definitief uitspraak over het wetsvoorstel Kansspelen op Afstand (KOA). Dit wetsvoorstel werd aangenomen, waardoor online wedden en gokken op termijn gelegaliseerd wordt. Wat houdt het wetsvoorstel ook alweer in? En wat gaat er nu gebeuren met de wet? Lees dit artikel voor de antwoorden op deze vragen.
Wat was er voor het wetsvoorstel Kansspelen op Afstand?
Allereerst moeten we kijken naar het wetsvoorstel en wat het inhoudt. Voor het indienden van dit wetsvoorstel was er al een Wet op de Kansspelen, maar deze was erg gedateerd. In de gehele wet wordt niet gesproken over kansspelen op internet. Gezien het feit dat deze wet getekend werd in 1964 is het logisch dat woorden als ‘internet’ en ‘online’ geen enkele keer in de wet vermeld staan.
Zolang de wet Kansspelen op Afstand nog niet ingaat, is Toto de enige aanbieder waarbij Nederlandse consumenten legaal mogen wedden. Toto is namelijk onderdeel van de Nederlandse Loterij, dus staatseigendom. Ondanks dat het officieel niet toegestaan is actief te zijn bij buitenlandse bookmakers, zijn er genoeg mensen die bij online buitenlandse wedkantoren spelen, volgens schattingen rond de 1 miljoen consumenten.
Wat is er nu gebeurd met het wetsvoorstel?
In juli 2016 stemden de partijen in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel van 27 pagina’s. Destijds waren VVD, PvdA, PVV, D66 en GroenLinks voor, terwijl CDA, SP, ChristenUnie, SGP, PvdD en 50PLUS tegen stemden. Tijdens de stemming in de Eerste Kamer veranderde daar niets aan. Alle partijen stemden hier hetzelfde, maar in beide gevallen wisten de voorstanders een meerderheid te krijgen.
Sinds het initiële wetsvoorstel is er een aantal amendementen gekomen. Zo zijn gokprogramma’s op een open televisieprogrammakanaal verboden. Door een ander aanpassingsvoorstel is het bij het ingaan van de wet niet toegestaan dat aanbieders een database met persoonsgegevens bijhouden om spelers te werven voor andere kansspelen. Ook moeten vergunningshouders verdachte gokpatronen direct melden bij de Kansspelautoriteit.
Zogeheten ‘risicovolle weddenschappen’ zoals op amateurwedstrijden of op een rode kaart, penalty of inworp worden eveneens niet toegestaan om aan te bieden. De Kansspelautoriteit krijgt daarnaast de mogelijkheid om door middel van DNS- en IP-blokkades illegale aanbieders uit te sluiten, zodat Nederlandse consumenten niet meer op hun websites terecht kunnen.
De bovenstaande amendementen werden in de Tweede Kamer doorgevoerd. In de Eerste Kamer kwam daar nog één bij. Een voorstel van GroenLinks om een algeheel reclameverbod voor aanbieders van kansspelen in te voeren haalde het niet, maar de SGP diende een motie in waarbij de regering verzocht wordt een verbod wel te onderzoeken en hierover de Kamers te informeren. Waar de PvdA nog tegen dat eerste voorstel was, stemde het wel voor het tweede, waardoor deze het haalde.
Wat staat er in de wet Kansspelen op Afstand?
Nu is het dus duidelijk: de KOA gaat er komen. Heel kort gezegd wordt online wedden en gokken dus gelegaliseerd in Nederland. Bedrijven kunnen een licentie aanvragen, waarop hun aanvraag beoordeeld wordt door de Kansspelautoriteit. Deze kijkt bijvoorbeeld of de bedrijven zich niet in de afgelopen twee jaar illegaal op Nederlandse consumenten hebben gericht. Wordt de aanvraag goedgekeurd, dan krijgt de aanbieder een licentie.
Met deze licentie mag het bedrijf dus kansspelen aan gaan bieden aan Nederlandse consumenten. Voor deze mensen geldt dat gokken en wedden pas legaal is vanaf 18 jaar. Wil je je gaan aanmelden bij een online wedkantoor of online casino, dan doe je dit via hun website. Hierbij wordt het verplicht je burgerservicenummer te gebruiken. In je account moet je een speellimiet aangeven, een maximum bedrag wat je in kan zetten op kansspelen.
Dit is belangrijk omdat ook de politieke partijen consumenten willen beschermen tegen de mogelijke gevaren van online kansspelen. Wil een consument helemaal stoppen, dan kan hij of zij zich inschrijven in het CRUKS (Centraal Register Uitsluiting Kansspelen), waardoor ze niet meer deel kunnen nemen aan online kansspelen. In extreme gevallen wordt het zelfs mogelijk voor de aanbieder om een consument in het CRUKS in te schrijven.
De aanbieders moeten zich sowieso richten op de mogelijke risico’s die kansspelen met zich meebrengen. Het wordt verplicht om alle spelers te informeren over deze risico’s. Daarnaast moeten alle gelicenseerde bedrijven een bijdrage leveren aan een verslavingsfonds. Houdt een aanbieder zich niet aan een van deze regels, dan mag de Kansspelautoriteit sancties opleggen aan een van deze bedrijven.
Wat gaat er nu gebeuren met de wet?
Nu de wet zowel door de Tweede Kamer als door de Eerste Kamer is aangenomen, is het definitief dat deze er gaat komen. Eerst moeten de laatste stappen nog gezet worden. Het wetsvoorstel is naar het Kabinet van de Koning gestuurd waar Koning Willem-Alexander zijn handtekening moet zetten. Hierna wordt de KOA doorgestuurd naar verantwoordelijk minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker (VVD), die de laatste handtekening zet.
Dekker is dezelfde persoon die nog moet reageren op de motie van de SGP op het onderzoeken van een verbod op reclame voor kansspelen. Hierover moet hij daarop verslag uitbrengen aan de beide Kamers. De kans is vrij groot dat in elk geval de VVD, PVV en D66 tegen een dergelijk verbod zullen zijn en dat ze moeten hopen op een meerderheid met FVD, PvdA en GroenLinks.
Uiteindelijk is het de bedoeling dat bedrijven vanaf het einde van dit kalenderjaar een licentie aan kunnen vragen. Dit aanvraagproces duurt een paar maanden. In 2020 zouden dan de eerste bedrijven van start kunnen gaan op de gereguleerde Nederlandse markt, al zou dit proces ook wat langer kunnen duren, zodat bedrijven pas in 2021 van start kunnen.
Het jaartal 2020 komt ook naar voren uit de rijksbegroting voor de komende jaren. Daarin wordt een bedrag van 6 miljoen euro genoemd als mogelijke opbrengst van de kansspelbelasting (alleen voor sportweddenschappen) in 2020. Vanaf 2021 zou deze belasting jaarlijks 12 miljoen euro moeten opbrengen.