Volgens minister Sander Dekker (Rechtsbescherming), moet het wetsvoorstel Kansspelen op afstand (KOA) zo snel mogelijk worden aangenomen en geïmplementeerd. Dat schrijft hij in een reactie op het eerste functioneringsonderzoek van de Kansspelautoriteit (Ksa), uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Beperkte middelen
De Ksa is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO), dat overheidstaken uitvoert maar niet onder direct gezag van een ministerie valt. Het is gebruikelijk om zulke ZBO’s om de vijf jaar te evalueren. Onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen, de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit hebben het onderzoek in dit geval uitgevoerd, onder begeleiding van het WODC. Zij waren voornamelijk positief over de eerste vijf jaar van de Ksa, maar gaven ook aan dat de toezichthouder op de kansspelmarkt over beperkte middelen beschikt zolang KOA nog niet in werking is getreden.
Minister Dekker onderschrijft die opmerking en voegt daar in een brief aan de Tweede Kamer aan toe: “Niet alleen om de Ksa een beter kader te bieden voor de uitvoering van haar werkzaamheden, maar vooral voor een adequate bescherming van Nederlandse deelnemers aan kansspelen op afstand, onder meer door de invoering van het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen (CRUKS).”
Over KOA
KOA is de Nederlandse versie van een gereguleerde gokmarkt, waarbij aanbieders zoals online wedkantoren, pokersites en casino’s een licentie kunnen aanvragen voor het organiseren van hun spellen. Dit moet de overheid extra inkomsten opleveren, meer mogelijkheden geven voor verslavingspreventie en bovendien het formeel gezien illegale aanbod van buitenlandse aanbieders terugdringen.
Het wetsvoorstel is al door de Tweede Kamer, maar nog niet door de Eerste. Industrie-experts houden momenteel rekening met een inwerkingtreding van de wet in juli 2018. In afwachting van de nieuwe wetgeving, werd onlangs nog een tijdelijke verhoging van de kansspelbelasting aangekondigd.
