De Zweedse kansspelwaakhond Spelinspektionen heeft beroep aangetekend tegen een beslissing van een Zweedse rechtbank om de boetes tegen Genesis Global en Aspire Global te verlagen. De Spelinspektionen zegt dat de boetes van ‘doorslaggevend belang’ zijn om passende sancties op te leggen.
De zaken van Aspire en Genesis hadden beide betrekking op het systeem voor zelfuitsluiting, genaamd Spelpaus. Hierbij moeten alle kansspelaanbieders aangesloten zijn. Deze twee bedrijven waren dat niet en werden daarvoor op hun vingers getikt door de autoriteiten.
Jaaromzet
Bij Genesis Global bleek het bedrijf al 33 dagen niet meer aangesloten te zijn bij Spelpaus. Hierdoor kreeg het in maart 2019 een boete van omgerekend circa 382 duizend euro. Aspire Global was negen dagen niet aangesloten en kreeg daardoor een boete van omgerekend circa 297 duizend euro.
De hoogte van deze boetes werd gebaseerd op de ernst van de overtreding (in dit geval de lengte van afwezigheid van de bedrijven). Maar daarnaast werd ook, conform de wetgeving in Zweden, gekeken naar de jaaromzet van het bedrijf dat een boete ontvangt.
Bezwaar
Zowel Genesis als Aspire ging naar het Hof van Beroep in Linköping, om bezwaar aan te tekenen tegen deze boetes. Dat bleek een succes, want de rechter verlaagde de boetes eerst tot respectievelijk 198 duizend euro en 149 duizend euro.
De rechtbank was het met de Spelinspektionen eens dat de overtredingen ernstig waren, maar maakte bezwaar tegen de manier waarop de hoogte van de boete berekend waren. Hoewel de rechtbank zei dat de sancties gebaseerd konden worden op omzet in het algemeen, merkte het op dat deze zaken zeer vroeg na de opening van de Zweedse markt kwamen.
Als gevolg hiervan nam Spelinspektionen alleen de omzet over januari en februari 2019 en berekende uit deze cijfers de jaaromzet. Beide aanbieders vonden dit tot onnauwkeurige cijfers leiden en omdat Spelinspektionen geen ander bewijs leverde, verlaagde de rechtbank elke boete tot omgerekend circa 99 duizend euro.
Afschrikkend
De Spelinspektionen is het er niet mee eens en gaat in beroep. “De boetes waartoe het Hof van Beroep heeft besloten, zijn te laag in verhouding tot de ernst van de overtreding en de omzet van de bedrijven. Om boetes afschrikkend en evenredig te laten zijn, moeten we rekening te houden met de omzet van de bedrijven.”
