De regels van een voetbalcompetitie zijn vaak simpel uiteengezet: een bepaald aantal ploegen doet mee en ze spelen tegen elk team eenmaal thuis en eenmaal uit. Behoudens enkele uitzonderingen werken alle competities zo, ook in groepsfases van bijvoorbeeld de Champions League of het WK voetbal. Wanneer moet je ervoor kiezen op de uitploeg te wedden?
Voor het gevoel van veel wedders is het namelijk een enorm risico om te wedden op de bezoekende club. Op fora vind je dan ook veel berichten van mensen die door het wedden op het uitspelende team hun voorspelling hebben zien mislukken en daardoor ook geld zijn misgelopen. Maar klopt het verhaal van dit risico wel?
Hoe vaak winnen uitclubs eigenlijk?
Kort gezegd: niet vaak. Kijken we naar de statistieken, dan wordt duidelijk dat thuisclubs vaak in het voordeel zijn. Een voorbeeld is het Premier Leagueseizoen 2016/17. In dat seizoen werd 49,2 procent van de wedstrijden gewonnen door de thuisclub en in 28,7 procent van de gevallen werd het gelijk. Zodoende blijft maar 22,1 procent over voor de winstpartijen van uitspelende clubs.
Het beter presteren in eigen huis hangt natuurlijk ook samen met het maken van goals. Want: meer doelpunten betekent ook meer kans op een goed resultaat. Er is dan ook een correlatie te vinden tussen het aantal gemaakte doelpunten en de status als thuis- of uitspelende ploeg. Thuisclubs hebben in het eerder genoemde seizoen in de Premier League een totaal van 607 doelpunten gemaakt, tegenover 457 goals van bezoekende clubs.
Deze trend is absoluut niet nieuw. Een eerder onderzoek onder wedstrijden tussen internationale landenteams kreeg zelfs een gemiddelde van 50,5 procent thuiswinst, tegenover maar 25 procent voor de bezoekers. Werd er gekeken naar sterkere landen als Spanje, Brazilië, Duitsland, Frankrijk en Italië, dan lag het percentage winstpartijen in thuisduels zelfs nog hoger, boven de 60 procent.
Kun je een algemeen gemiddelde opmaken?
Het is natuurlijk lastig om alle clubs uit een bepaalde competitie met elkaar te vergelijken. Barcelona en Real Madrid hebben een nog hoger winstpercentage in eigen huis dan laagvliegers als Real Valladolid of Leganés. Daarom is er niet één stelregel te maken die in het geval van verschil tussen thuis- en uitduels voor elke club toepasbaar is.
Wel kun je een rekensommetje maken. Wanneer je het doelsaldo in uitwedstrijden deelt door het aantal uitduels krijg je een soort gemiddelde prestatie per wedstrijd op verplaatsing. Doen we dit in het afgelopen seizoen , dan zie je de verschillen tussen bijvoorbeeld Ajax (1.76), PSV (1.24), sc Heerenveen (-0.06), FC Emmen (-1.35) en NAC Breda (-1.94). Uiteindelijk boekten alleen Ajax, PSV, Feyenoord en AZ in uitduels een positief doelsaldo, tegenover negen ploegen die dat in thuiswedstrijden haalden.
Zijn alle clubs slechter in uit- dan thuiswedstrijden?
Hoewel Ajax en PSV dus gemiddeld een positief resultaat behaalden in uitwedstrijden, waren ze thuis alsnog sterker. Dat geldt eigenlijk voor bijna alle clubs, zoals je eerder al hebt gelezen. Vorig seizoen (2018-19) vormde een tweetal clubs hier de uitzondering op. Willem II (24 punten uit om 20 thuis) en sc Heerenveen (22 om 19) presteerden beter op vreemd terrein.
Tijdens een seizoen kun je hier rekening mee houden. Merk je dat een bepaald team in uitwedstrijden goed presteert en veel punten pakt, dan kun je die kennis gebruiken om ze iets meer het voordeel te geven in uitduels. Let wel op: ook dit soort ploegen verliezen uit vaker dan ze winnen, dus het geeft geen garantie op een goed resultaat, ondanks de goede vorm.
Waardoor winnen uitploegen minder vaak?
Er zijn een paar redenen te vinden waarom teams in thuiswedstrijden beter presteren dan in het stadion van een andere club. Een daarvan zou het publiek kunnen zijn. Het is nooit precies aangetoond wat het effect is van een meer positief publiek op de resultaten, maar feit is dat je als team in een uitwedstrijd een minder warm welkom krijgt dan in je eigen stadion.
Daarnaast is het stadion zelf ook een mogelijke reden. Veel spelers klagen dat ze het lastiger hebben in uitwedstrijden waarin gespeeld wordt op een kunstgrasveld en daardoor kunnen de prestaties ook tegenvallen. Ook de grootte van het veld kan meespelen, aangezien clubs mogen fluctueren in afmeting. Een club als Excelsior staat bekend vanwege het kleine veld, dus dat kan ook een reden zijn.
Reistijd kan zorgen voor een moeilijker resultaat in uitduels. Wanneer een team lang in een bus of vliegtuig heeft gezeten, tast dat de prestaties aan. Een onderzoek uit 2006 heeft namelijk uitgewezen dat in lokale derby’s het voordeel van de de thuisploeg kleiner wordt. Dat gebeurt ook wanneer een team verhuist. Toen West Ham United tijdelijk naar het Olympisch Stadion verhuisde, en ze dus feitelijk even geen eigen thuis meer hadden, ging hun gemiddelde resultaat van 0,34 naar -0,63. Hou dit dus in de gaten bij wedstrijden waarin AZ dit seizoen thuis speelt, aangezien die club door het kapotte dak nog lang niet in Alkmaar zal kunnen spelen.
Moet je dan nooit wedden op de uitploeg?
Al het voordeel voor de thuisspelende club betekent natuurlijk niet dat wedden op de thuisploeg de enige goede manier is. Zoals eerder gezegd: tussen de 20 en 25 procent van de wedstrijden wordt door de bezoekers gewonnen. Zorg dat je goed op een rijtje hebt wat de trends zijn in een bepaald seizoen. Met de eerder genoemde rekensom over het gemiddelde doelsaldo in uitduels kun je een soort gemiddelde opmaken van prestaties. Dat geeft je in elk geval een beetje een beeld van wat je mag verwachten. Dit kun je dan weer koppelen aan actuele informatie over de teams, vorm en onderlinge historie, om zo tot een voorspelling te komen.